Verkiezingsregeling classis Zuid-Holland Noord
Deze regeling is vastgesteld in de op 3 oktober 2018 gehouden classicale vergadering.
Artikel 1 Algemeen
1. Met in achtneming van het in ord 4-13-1 (zie onderaan deze regeling) bepaalde bestaat de classicale vergadering uit 25 leden. Uit elke ring wordt in de regel ten minste een ambtsdrager verkozen.
Artikel 2 Voorbereiding
2.1. Elk jaar in januari treedt ten naaste bij een vijfde van het aantal leden van de classicale vergadering af. Het breed moderamen van de classicale vergadering stelt een rooster op dat voor elke ring aangeeft
a. in welk jaar of welke jaren een nieuw lid van de classicale vergadering dient te worden verkozen, en
b. voor zover dat met het oog op het bepaalde in ord. 4-13-3 noodzakelijk is, of een diaken, een ouderling, een ouderling-kerkrentmeester of een predikant dient te worden verkozen.
2.2. De verkiezing van de leden van de classicale vergadering geschiedt uit de ambtsdragers van de (wijk)gemeenten binnen de classis. Andere leden van een (wijk)gemeente binnen de classis kunnen eerst voor verkiezing in aanmerking gebracht worden, nadat de betrokken kerkenraad zich ervan heeft vergewist, dat zij, indien verkozen, bereid zijn als ambtsdrager met een bepaalde opdracht te worden bevestigd. Aftredende leden van de classicale vergadering zijn, indien het in lid 1 bedoelde rooster dat niet uitsluit, eenmaal herverkiesbaar.
2.3. Vóór 1 juli van elk jaar nodigt het breed moderamen van de classicale vergadering elk van de kerkenraden uit de betrokken ringen uit om vóór 1 oktober schriftelijk en ondertekend bij het breed moderamen van de classicale vergadering aanbevelingen in te dienen van personen uit de betrokken ring die naar zijn mening voor verkiezing in aanmerking komen. Bij elke aanbeveling wordt het ambt van de betrokkene vermeld, of – indien de betrokkene bereid is als ambtsdrager met een bepaalde opdracht, te worden bevestigd – in welk ambt betrokken bevestigd kan worden. Indien de betrokkene kerkelijk werker is, wordt dat ook vermeld.
Het breed moderamen van de classicale vergadering stelt daarbij de betrokken kerkenraden in de gelegenheid aan te geven of zij de voorkeur geven aan een verkiezing in een vergadering van ambtsdragers boven een schriftelijke stemming.
Artikel 3 Verkiezing
3.1. Verkiezingsprocedure
a. Als het aantal namen van degenen die zijn aanbevolen door de kerkenraden uit een bepaalde ring niet groter is dan het aantal vacatures voor leden vanuit de betrokken ring, verklaart de classicale vergadering degenen die zijn aanbevolen verkozen.
b. Als het aantal namen van degenen die zijn aanbevolen door de kerkenraden uit een bepaalde ring groter is dan het aantal vacatures voor leden vanuit de betrokken ring, stelt het breed moderamen van de classis een of meer dubbeltallen vast. Het doet daarbij naar vermogen recht aan de binnen de classis voorkomende kerkelijke verscheidenheid, en bevordert voorts naar vermogen een evenwichtige samenstelling van de classicale vergadering qua ambten, leeftijd en sekse.
c. De kerkenraden binnen de betrokken ring brengen in november schriftelijk hun stem uit. Indien de stemmen staken beslist het lot.
d. Indien de meerderheid van de kerkenraden in een bepaalde ring daarmee desgevraagd instemt, vindt de verkiezing, in afwijking van het onder c. bepaalde, plaats in een vergadering van afgevaardigden van de betrokken kerkenraden. In dat geval wordt een kieslijst gemaakt met de namen van allen die vanuit de betrokken ring zijn aanbevolen. Per vacature brengt elke kerkenraad per stemronde één stem uit.
e. Het breed moderamen van de classicale vergadering stelt de uitslag van de verkiezing vast, benoemt degenen die verkozen zijn, en doet daarvan mededeling aan de betrokken kerkenraden en aan degenen die verkozen zijn.
3.2. Lutherse gemeenten
In classis Zuid-Holland Noord verkiezen de gezamenlijke kerkenraden van evangelisch-lutherse gemeenten één lid van de classis. Deze kerkenraden nemen niet deel aan de verkiezing van de leden van de classicale vergadering door de ring(en) waarvan de betrokken gemeente deel uit maken.
3.3 Herverkiezing
Indien vanuit een ring geen aanbevelingen zijn binnengekomen, is de classicale vergadering bevoegd een van de volgende maatregelen te nemen:
a. de vacature te laten voortbestaan,
b. indien mogelijk, het betrokken aftredende lid te verkiezen voor een tweede en laatste termijn van vijf jaar,
c. het breed moderamen kiest een passende oplossing.
3.4 Tussentijdse vacatures
Indien tussentijds een vacature in de classicale vergadering ontstaat, is de classicale vergadering bevoegd om
a. voor de betrokken ring een tussentijdse verkiezing uit te schrijven, waarbij – indien binnen twee jaar een nieuwe verkiezing voor de betrokken ring is voorzien – de termijn voor de benoeming dienovereenkomstig kan worden verlengd tot maximaal zeven jaar, of
b. de vacature te laten voortbestaan tot aan de eerstvolgende verkiezing in de betrokken ring.
Artikel 4 Aanvaarding
4.1 Zij die zijn verkozen geven uiterlijk twee weken nadat zij in kennis zijn gesteld van hun verkiezing schriftelijk bericht aan het bereed moderamen van de classicale vergadering of zij deze verkiezing aanvaarden.
Artikel 5 Bezwaren
5.1. Bezwaar tegen de gevolgde verkiezingsprocedure kunnen worden ingebracht bij het classicale college voor de behandeling van bezwaren en geschillen. Tegen de benoeming van een verkozene kan geen bezwaar worden ingebracht. Indien de verkozene nog als ambtsdrager dient te worden bevestigd, geldt het bepaalde in ord. 3-6. (zie onder aan deze regeling).
Aan de verkiezingsregeling toegevoegde ordinantieteksten
ORD. 4-13-1
1.De classicale vergadering wordt gevormd door ten minste 20 en ten hoogste 30 ambtsdragers van tot de classis behorende gemeenten. De leden van de classicale vergadering worden verkozen door de betrokken kerkenraden, een en ander naar regels bij generale regeling vastgesteld. De classicale vergadering kan daarnaast een lid aanwijzen uit de predikanten met een bijzondere opdracht en predikanten in algemene dienst die aan een tot de classis behorende gemeente of aan de classis verbonden zijn, dan wel lid zijn van een tot de classis behorende gemeente. Indien tot de classis een of meer evangelisch-lutherse gemeenten behoren, kunnen de betrokken kerkenraden gezamenlijk één lid verkiezen.
2. De zittingstermijn van de leden is vijf jaar. Elk jaar treedt ten naaste bij een vijfde van het aantal leden van de classicale vergadering af.
3. Van de classicale vergadering maken ten minste drie predikanten, twee ouderlingen die niet tevens kerkrentmeester zijn, twee ouderlingen-kerkrentmeester en drie diakenen deel uit.
4. De classicale vergadering bepaalt in haar regeling voor haar wijze van werken wie, naast ten minste een afgevaardigde van de classicale vergadering naar de generale synode, als adviseurs aan de beraadslagingen van de classicale vergadering deelnemen.